Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij [4]zeide tot Juda, dat zij den HEERE, den God hunner vaderen, zoeken, en dat zij [5]de wet en het gebod doen zouden. 4. Dat is, hij liet aanzeggen en gebieden aan al de onderzaten van zijn koninkrijk. 5. Dat is dat zij hetgeen, dat in de wet geboden was, onderhouden en in het werk stellen zouden. Vergelijk Joz.22:5, en onder, hfdst.31 vs.21.